‘Nu heb ik bloed aan mijn handen,’ zegt de Finse Laura in het begin van de documentaire Look What You Made Me Do. Ze heeft een wondje op haar vinger. Nauwelijks zeven minuten zijn er verstreken, met voornamelijk close-upbeelden van hoe Laura zich opmaakt. Op de achtergrond speelt de geluidsopname van een alarmerend telefoontje met de politie over een steekpartij, tussendoor klinken verontrustende geluiden. Krap een halfuur later zien we haar met een groot keukenmens in de hal van haar woning staan. Ze doet bij haar huidige partner voor hoe ze haar gewelddadige ex heeft doodgestoken.
‘Wanneer mannen hun vrouw in elkaar hebben geslagen, leggen ze meestal de schuld bij haar. Dat gebeurt ook veel in speelfilms,’ zei regisseur Coco Schrijber eind vorig jaar in een interview met de Filmkrant. In Look What You Made Me Do speelt ze een doordacht spel met schuld en onschuld, dader en slachtoffer, en draait ze de boel om. Laura, en ook de Nederlandse Rachel, de Italiaanse Rosalba en een vierde vrouw die anoniem haar verhaal doet, konden niet anders: alleen door te moorden, konden ze zichzelf redden.
Wereldwijd worden er jaarlijks 30.000 vrouwen door hun partner om het leven gebracht. Schrijber confronteert willekeurige mannen op straat met dit cijfer, door het ze letterlijk op een briefje te geven. Voor de kijker schrijft ze het nog eens uit: in het tijdsbestek van haar film, die 1 uur en 17 minuten duurt, zijn er 5,2 vrouwen gedood.
Dat zij er in de beeldvorming desondanks alsnog vaak karig vanaf komen, maakt Schrijber duidelijk door uitstapjes naar de (kunst)geschiedenis. Zo zien we twee kinderen in het museum staan praten over het schilderij Judith Beheading Holofernes van Artemisia Gentileschi. Op het doek is te zien hoe het alter ego van de schilderes uit wraak haar man – hij misbruikt haar – onthoofd. ‘Ik heb medelijden met hem,’ zegt het jongetje nietsvermoedend. ‘Arme kerel.’
Look What You Made Me Do zit vol met dit soort betekenisvolle contrasten. Koelbloedig puzzelt Schrijber alle schijnbaar losse fragmenten aan elkaar tot een vlijmscherp geheel dat nog lang blijft hangen.
Lieke van den Krommenacker