Regisseur en actrice Tamar van den Dop laat Nederlandse acteurs en actrices in de documentaire Mag ik je aanraken? naar hun eigen seksscène te kijken. Als kijker zien wij die seksscène niet, wel zien we de gezichten van de acteurs. En die spreken boekdelen. Ongemak, angst, ontroering, afschuw en genot komen ongefilterd voorbij.
Het blijkt een mooi startpunt voor een gesprek over het spelen van intieme scènes: hoe is dat door de jaren heen veranderd? Hoe is het om een intimiteitscoördinator op de set te hebben? Of om naar je eigen seksscène te kijken samen met je schoonouders? En wat als je als man een erectie krijgt? Het levert bijzonder openhartige gesprekken op met onder andere Georgina Verbaan, Rifka Lodeizen, Gijs Naber, Jeroen Krabbé en Monic Hendrickx. Als kijker realiseer je je bovendien hoe ongemakkelijk het voor een acteur kan zijn om voor het oog van camera en crew uit de kleren te gaan en ook nog te doen alsof je ervan geniet.
Van den Dop wil met deze geen film oordeel vellen, maar juist een gesprek op gang brengen over het begrip consent. In een eerder interview met de VPRO Gids zegt ze: ‘Het begrip consent raakt steeds meer ingeburgerd: met elkaar bespreken wat wel en niet oké is. Dat is een ongemakkelijk gesprek om te voeren en dat staat consent een beetje in de weg. Niemand wil een zeikerd zijn die iets niet wil. Mijn film probeert daarom een begin te maken met dat ongemakkelijke gesprek.’
Ze laat negentien acteurs en actrices van alle leeftijden en met uiteenlopende meningen aan het woord. Zo vindt Jeroen Krabbé het ‘heel erg raar dat er iemand moet komen om te letten op bloot. Maar goed, dat komt omdat ik 900 jaar oud ben’. Die ‘iemand’ waar Krabbe het over heeft, is de intimiteitscoördinator. Diegene bespreekt op een technische manier met de acteurs welke handelingen zij in de intieme scène uitvoeren. Vergelijk het met een stuntcoördinator. Ook kan de intimiteitscoördinator met de acteurs een bodycheck doen: is het oké als ik je op een bepaalde plek aanraak?
Acteur Gijs Naber werpt een ander interessant dilemma op. Binnenkort speelt hij een pedofiel in een film. Belangrijk onderwerp, stelt hij, ‘maar dan moet je het ook nog gaan spelen, en dan kom je op een heel ander gebied. Dat vind ik wel ingewikkeld.’ Met de online bedreigingen aan het adres van kinderboekenschrijver Pim Lammers in het achterhoofd is de worsteling van Naber begrijpelijk. En over online gesproken: alle acteurs in de documentaire blijken te worstelen met de rol van internet. De seksscènes die zij spelen belanden vaak op pornosites. Hoewel dit niet legaal is, gebeurt er in de praktijk nauwelijks iets tegen. Niet alleen schadelijk voor de acteur zelf, maar voor de hele filmindustrie, stelt acteur Minne Koole: ‘Ik heb de angst dat naakte lichamen verdwijnen uit kunst en dat we naakte lichamen alleen nog maar in porno gaan zien.’