In de reeks Ongeschreven regels maken vijf jonge documentairemakers een film waarin ze een ongeschreven regel bevragen, omkeren of herschrijven. De oogst dit jaar: hondentherapie, de zoektocht naar een moeder, protestzang, voetballende tbs’ers en een familiegesprek over dementie.

Kee van der Meer

Beware of the Dog

‘Ik heb na mijn afstuderen al een film gemaakt over boosheid. Daarbij was de aanpak meer afstandelijk, niet per se persoonlijk. Met Beware of the Dog wilde ik vooral onderzoeken waar ík precies tegenaan loop in mijn boosheid. Dat laat ik in de film vooral zien via de relatie met mijn hond Lucky. Omdat zij steeds vaker probleemgedrag vertoonde, kwam ik in contact met trainers en therapeuten. Op een gegeven moment zei een van hen: “We kunnen kijken waarom zij zo doet, maar hoe zit dat eigenlijk met jou? Hoe ben jij in het contact met anderen? Durf jij je grenzen aan te geven? En durf je boos te worden?” Zo had ik er nog nooit naar gekeken. Het was enorm leerzaam om deze film te maken, omdat ik merkte dat de rol van regisseur voor mij behoorlijk lastig is. Ik ben niet iemand die snel de leiding neemt en dat is precies waar het vaak misgaat tussen mij en mijn hond. Zij voelt dat aan. In de film zie je hoe mijn gedrag en dat van Lucky steeds meer in elkaar overlopen. Dingen die ik nog niet weet over mezelf, zie ik nu veel eerder bij haar, en andersom. Als zij onrustig is, denk ik: hoe voel ik me eigenlijk? Tegelijkertijd wilde ik ook dat het verhaal herkenbaar zou blijven voor andere mensen die worstelen met hun boosheid. De film gaat niet alleen over mij, maar vooral over het universele gevoel van opgekropte woede.’

Laura Iwuchukwu

Ik bel je terug

‘Mijn film begon als een heel groot plan: ik wilde de laatste stappen van mijn overleden moeder in Nigeria achterhalen om uit te zoeken hoe ze om het leven is gekomen. Maar dat zou binnen dit project natuurlijk een veel te lange film worden. Het was best een uitdaging om het verhaal kleiner te maken, want ik wilde dolgraag naar Nigeria om meer te weten te komen over mijn moeder en niet alleen afhankelijk te zijn van de haperende telefoongesprekken met familieleden die nu ook in de film te horen zijn. Gelukkig kwam ik er toen achter dat mijn moeder vroeger allerlei tapes heeft opgenomen, dus er was heel veel beeldmateriaal beschikbaar. Vervolgens dacht ik: misschien moet ik eerst gewoon mijn moeder beter leren kennen. Ze overleed toen ik twaalf was en op die leeftijd stel je je ouders toch wat minder vragen. Ik wist bijna niets van haar. Het maakproces was enorm waardevol omdat ik me gaandeweg voor het eerst écht een voorstelling ging maken van mijn moeder, maar ook omdat ik het mezelf eindelijk toestond om te rouwen. Dat heb ik lang op afstand gehouden, ook omdat ik destijds dus best jong was. Wat ik daarnaast ontdekte toen ik de film maakte: ik wil, net als mijn moeder, zo veel mogelijk vastleggen van mijn leven en de levens van mensen om mij heen. Of dat nou video, foto of audio is. Ik hoop dat andere mensen dit er óók uit halen.’

Job van Aken

Crowds

‘Het idee voor Crowds komt voort uit mijn eigen ervaringen met activisme. Het was me namelijk opgevallen hoe cruciaal het gemeenschapsgevoel is dat bij protesten ontstaat. Zo’n groepsgevoel doet zich vooral voor tijdens het zingen van protestliederen, wanneer stemmen zich, letterlijk, verenigen en één worden. Omdat ik dit gevoel wilde vangen, ben ik op zoek gegaan naar verschillende groeperingen. Met hun doelstellingen ben ik het niet per se eens, de film gaat meer over de manier waarop deelnemers protesteren en hoe ze daarbij gebruikmaken van zang. Zo zie je een christelijke monnik die voor een detentiecentrum staat, een schoonmaker die staakt voor betere arbeidsvoorwaarden en een klimaatactivist van Extinction Rebellion. Daarbij ging het me dus met name om het groepsgevoel dat samen zingen teweegbrengt, meer dan om de samenkomst zelf. In het begin van de film haal ik een uitspraak van de Amerikaanse filosoof Judith Butler aan: “Een groep die zichzelf wij noemt ontstaat zodra je met z’n allen gaat zingen en bewegen.” Dat was mijn voornaamste uitgangspunt: de collectieve euforie die samen zingen teweegbrengt. Die kracht van protestliederen is heel belangrijk binnen protestbewegingen. In Nederland is activisme in opmars en dat is in mijn optiek een goede ontwikkeling. Toch wordt er ook vaak beweerd dat die toename van activisme tot meer polarisatie in de samenleving leidt. Met Crowds wil ik laten zien dat dit niet altijd het geval hoeft te zijn, maar dat het vaak juist verbindend is.’

Eva Oosterveld

Rode kaart

‘Tijdens de research voor mijn afstudeerfilm – Jongen van hout, over een re-integratietraject – stuitte ik op een artikel over een voetbalclub voor tbs-patiënten. Die club bleek wedstrijden te spelen tegen andere amateurclubs. Ik vond het meteen een bijzonder verhaal en er bleek nog nooit een documentaire over deze club te zijn gemaakt. Dat komt ook doordat de kliniek er niet happig op is dat er lang gefilmd wordt: een langdurige aanwezigheid van camera’s zou het re-integratietraject van de tbs’ers te veel kunnen beïnvloeden. De korte lengte van Ongeschreven regels was dus een voordeel, al bleek het wel een uitdaging: we hadden slechts drie dagen voorbereidingstijd en drie draaidagen. In die periode moesten we de club leren kennen, het reilen en zeilen binnen de kliniek begrijpen én de patiënten ontmoeten en interviewen. Ik heb vooral een eerlijk en veelzijdig portret van de club en de spelers willen schetsen. Tbs staat in Nederland enorm onder druk: er is een groot tekort aan opvangplaatsen en personeel, waardoor de re-integratie van patiënten in gevaar komt. Ik wilde daarom niet het zoveelste negatieve beeld van het tbs-systeem schetsen, want dat gebeurt al zo vaak. Mijn focus ligt vooral op het menselijke aspect en re-integratie. Dit was ook een van de redenen om de delicten van de tbs’ers niet te noemen. Ik vond het belangrijk dat kijkers de ernst van die misdrijven zouden voelen zonder bezig te zijn met sensationele details. Uiteindelijk hoop ik dat kijkers vooral de menselijkheid in de film ervaren.’

Gijs Wilbers

Lot

‘Ik was al langer van plan om iets te maken over de dementie van mijn moeder. Vaak gaan films over dementie over de latere fases, terwijl mijn moeder nog best wel in het beginstadium zit. Ons gesprek over haar dementie moest de kern van de film worden, omdat we het daar nog nooit over hadden gehad. Uiteindelijk heb ik mijn ouders verteld dat ik een film ging maken over hun verhuizing naar een kleiner appartement, want het daadwerkelijke gesprek wilde ik echt bewaren voor op beeld. Mijn moeder heeft de film inmiddels een paar keer gezien en ik denk dat ze er wel blij mee is, al blijft het lastig om een echt inhoudelijke reactie uit haar te krijgen. Ik weet ook niet of ze de scènes op de langere termijn goed kan onthouden. Wel heeft het maken van de film mij veel dichter bij mijn ouders gebracht. Lot laat volgens mij vooral zien dat het belangrijk is om met elkaar te blijven communiceren, hoe moeilijk dat soms ook is. Ik denk dat veel mensen mijn dilemma’s en die van mijn ouders zullen herkennen. Omdat het dementieproces bij mijn moeder pas begonnen is, volgen er vast nog meer moeilijke gesprekken. Toch is de drempel om erover te praten lager geworden door de film. En al zal het moeilijk blijven om het gesprek aan te gaan, ik weet nu in elk geval dat het kan.’

Ongeschreven regels

woensdag 22 november

NPO 2 23.00-0.10

de nieuwste documentairetips in je mailbox?