Karin Junger is er koel onder dat haar documentaire Free space binnenkort wordt uitgezonden. ‘Een aantal mensen zullen vinden dat ik verkeerde dingen zeg, anderen zullen het goed vinden.’ Ze kreeg al eerder, toen ze haar documentaire Ik alleen in de klas uitbracht in 2017, te maken met uiteenlopende reacties. Omdat zij als witte vrouw haar zwarte kinderen en hun vrienden portretteerde, vonden sommige mensen dat zij niet het recht had om de film te maken.
Hoe verhoud je je als kunstenaar hiertoe, begon Junger zich af te vragen. De kleur en het gender van een maker lijken te bepalen wat je wel of niet ‘mag’ maken. Voor Free space interviewde ze daarom andere makers om erachter te komen hoe zij met dit vraagstuk omgaan.
De documentaire richt zich vooral op de ervaringen van de kunstenaars; er komen geen wetenschappers aan het woord die vanuit een bredere lens maatschappelijke ontwikkelingen bekijken. ‘Omdat ik zelf maker ben,’ zegt Junger hierover aan de telefoon, ‘ben ik vooral geïnteresseerd in wat het voor makers betekent.’
De kunstenaars die zij heeft geïnterviewd blijken het lastig te vinden om te navigeren in een wereld waarin, soms op het agressieve af, ter discussie wordt gesteld of zij wel de juiste persoon zijn om bepaalde verhalen over het voetlicht te brengen. Zangeres Anne-Fay Kops ziet er bijvoorbeeld wit uit, maar heeft een zwarte moeder. Toen ze daarover een theaterconcert maakte, kreeg ze van sommige zwarte mensen afkeurende reacties: ‘Een persoon met wit privilege moet aan de kant zitten en de mic doorgeven.’