Voor jonge kunstenaars is het altijd een goed idee naar Parijs te vertrekken. Dat deed de Amerikaanse beeldhouwer Alexander Calder dan ook in 1926, waar hij in contact kwam met avant-gardekunstenaars als Marchel Duchamp, Joan Miró en Theo van Doesburg. Het was in de Parijse woning van Piet Mondriaan dat Calder op het idee kwam voor zijn mobiles: vederlichte sculpturen van metaal, die de kleuren en vormen van Mondriaan in de ruimte tekenden en in beweging zetten. De tedere, surrealistische mobiles van Calder werden al meteen goed ontvangen en in 1931 had hij zijn eerste tentoonstelling in Parijs. Calder (1898-1976) was de eerste die een kunstwerk aan het plafond hing, de Volkskrantnoemde hem twee jaar geleden dan ook ‘de kunstenaar die het beeld van zijn sokkel bevrijdde’.
Een mooi voorbeeld is zijn werk Mariposa (’vlinder’) uit 1951: metalen blaadjes in zwart, geel, wit en rood, verbonden via ijzerdraad, die elkaar allemaal in balans houden en zachtjes bewegen op de luchtstromen in de ruimte. Die worden deels veroorzaakt door adem en beweging van het publiek, wat Calders werk interactief maakt. Bij een tentoonstelling in New York in 1943 stonden zelfs bordjes met “Please touch”: het publiek werd aangemoedigd om de mobiles van Calder aan te raken. Calder had een huis in het Franse dorp Saché (Loire), waar hij een enorm atelier ontwierp en bouwde. Tegenwoordig nodigt de Calder Foundation hier eigentijdse kunstenaars uit voor een verblijf als artist-in-residence.
In de poëtische documentaire In The Spirit of Calder van Marjoleine Boonstra, vandaag te zien als aflevering van Close Up, vertellen drie van zulke kunstenaars hoe Calder hen inspireert. Fraai gefilmde beelden van hun kunstwerken en die van Calder, natuurschoon rondom het atelier in Saché en soms wat vage bespiegelingen op kunst worden losjes aaneengeregen. Boonstra voert ook Calders kleinzoon op als kenner, die goed kan vertellen wat het werk van zijn opa zo bijzonder maakt. Calders werk is ‘dans, muziek, ruimte, tijd, een intersectie van dimensies, iets voorbij de drie dimensies,’ aldus de kleinzoon.
De Litouwer Zilvinas Kempinas realiseerde een aantal werken in het Calder-atelier, waaronder Tube waarmee hij hoge ogen gooide op de Biennale van Venetië in 2009. ‘Al mijn werk is erg architecturaal en gerelateerd aan ruimte,’ zegt de kunstenaar in In The Spirit of Calder, ‘Alle ruimte eromheen wordt deel van het werk.’
Een andere kunstenaar die in Saché verbleef is de Braziliaan Ernesto Neto, die zijn publiek onderdompelt in geuren van kruiden en specerijen. Zo borduurt hij voort op Calder, die niet zozeer uit was op het maken van een object maar zijn publiek wilde meenemen in een zintuiglijke ervaring. Basiskennis over Calder wordt in de documentaire bekend verondersteld, dus het kan geen kwaad die van te voren wat op te frissen.