Aki Kaurismäki kijkt zijn eigen films niet graag terug. ‘Ik ben geen masochist,’ verklaart hij in interviews. Maar een paar jaar geleden ontkwam hij er niet aan: het gros van de circa twintig speelfilms die hij tot nog toe maakte kreeg een digitale oppoetsbeurt, en dat proces wilde de Fin toch graag zelf begeleiden. De ervaring viel hem behoorlijk mee, bekende hij in The Guardian: ‘Alle films vertellen hetzelfde verhaal, maar sommige bleken minder slecht dan ik vreesde.’
Het is wat zuinig geformuleerd, maar Kaurismäki heeft een punt: hij voert inderdaad steeds opnieuw hetzelfde soort thema’s, locaties en personages op. Heel typerend is bijvoorbeeld een scène uit zijn nieuwste tragikomedie, Fallen Leaves. De setting is een ongezellige, goeddeels verlaten kroeg. In een statisch shot zien we twee bevriende bouwvakkers aan de bar zitten. Ze roken, drinken, staren stoïcijns voor zich uit. Op de achtergrond klinkt een Fins levenslied.
‘Ik ben somber,’ zegt de een na verloop van tijd.
‘Waarom?’ vraagt de ander.
‘Omdat ik zo veel drink.’
‘Waarom drink je dan zo veel?’
‘Omdat ik somber ben.’
In zekere zin bestaat Kaurismäki’s hele oeuvre uit varianten op dit soort scènes. De ene keer valt zo’n scène net iets scherper, komischer of ontroerender uit dan de andere keer, maar bij elkaar leveren ze een volstrekt uniek oeuvre op. Een oeuvre dat in de loop der jaren steeds wat strakker, doorleefder en urgenter is geworden.