‘De beste film die nooit gemaakt werd.’ Zo wordt Napoleon – Stanley Kubricks beoogde film na 2001: A Space Odyssey (1968) – vaak genoemd door filmhistorici. Napoleon zou zowel een karakterstudie worden van de fameuze Franse militaire strateeg en machthebber Napoleon Bonaparte als een spektakelstuk over diens belangrijkste veldslagen. Kubrick was naar eigen zeggen gefascineerd door Napoleon, omdat die ‘de geschiedenis in beweging had gezet en daarmee het lot van zijn tijdgenoten en de generaties na hem vorm had weten te geven’. En natuurlijk omdat Napoleon de perfecte Kubrick-antiheld was: intelligent maar zelfdestructief, snel jaloers, wraakzuchtig en ook nog egocentrisch en ijdel.
Met een team van assistenten en een heuse Napoleonkenner uit Oxford verzamelde Kubrick in twee jaar tijd alles wat hij over de veldheer kon vinden. Uiteindelijk had hij zo’n 15.000 foto’s van belangrijke locaties en 17.000 afbeeldingen van alles wat met de man, zijn geliefde Joséphine en zijn tijd te maken had.
Een script – waarin Napoleon gevolgd wordt vanaf zijn geboorte in 1769 in de Corsicaanse hoofdstad Ajaccio tot aan zijn dood op het afgelegen eilandje Sint-Helena in 1821 – lag al klaar en Jack Nicholson zou Napoleon gaan spelen, maar een film kwam er niet. Sergej Bondartsjoeks megaproductie Waterloo (1970) – over Napoleons laatste, voor hem dramatisch verlopen veldslag – was zojuist geflopt in Amerika en geen enkele studio wilde zich wagen aan Kubricks even megalomane plannen voor alweer een historisch epos. Kubrick schakelde snel door en maakte A Clockwork Orange (1971), maar zijn minutieuze research voor Napoleon heeft hij later deels gebruikt voor het historische drama Barry Lyndon (1975).