In de tweede aflevering van miniserie Lady in the Lake probeert Maddie Schwartz (Natalie Portman) haar auto te verkopen. Ze is net bij haar man vertrokken na een nogal uit de hand gelopen ruzie tijdens Thanksgiving Day en heeft een klein appartement in een overwegend zwarte buurt in Baltimore gevonden. Ze hoopt dat het babyblauwe voertuig genoeg oplevert om de eerste maand huur te betalen, maar het lukt haar maar niet het ding te verkopen. Want ondanks dat de auto op haar naam staat, wil geen enkele dealer hem overnemen zonder de handtekening en goedkeuring van haar echtgenoot. Het is het Amerika van 1966. Maddie is moeder, huisvrouw, Joods maar bovenal ‘Mevrouw Schwartz’. En dat laatste wil ze niet meer zijn.
Wanneer op die Thanksgiving - vlak voordat haar echtgenoot tegen haar uitvalt over het feit dat ze de zuivelschaal voor het vlees gebruikt - een jong meisje uit de Joodse gemeenschap in Baltimore verdwijnt, ziet Maddie dat als kans om haar journalistieke ambities na te jagen en een baantje bij de lokale krant te bemachtigen. Maanden later bijt ze zich vast in het mysterie rondom Cleo Johnson (Moses Ingram) , een jonge zwarte vrouw die in het meer wordt gevonden. Dat haar krant, de Baltimore Star, geen letter schrijft over deze vrouw omdat die zwart is – ‘dat is meer iets voor The Afro’, aldus haar chef bij de krant - maakt Maddie alleen maar nóg meer gedreven om de waarheid te achterhalen.