De schaduw van Augusto Pinochet hing altijd al boven het werk van Pablo Larraín, die drie jaar na de staatsgreep waarbij de Chileense dictator aan de macht kwam geboren werd. In zijn vroege films Tony Manero (2008), Post Mortem (2010) en No (2013) richtte de filmmaker zich op de terreur van het regime van Pinochet, die zelf buiten beeld bleef. Nu kijkt hij hem recht in zijn ogen: in zijn Netflix-film El Conde is Pinochet een 250 jaar oude vampier, die de Franse Revolutie bijwoonde en daarna zwoer om voor eeuwig tegen linkse revoluties te vechten.
Er is in de film niet heel veel meer over van Pinochets vermogen. Althans, dat zegt hij zelf. Zijn gestolen rijkdom is verborgen in talloze huizen en staat op meerdere bankrekeningen in verschillende landen. Zijn vijf (menselijke) kinderen zijn naar Patagonië gekomen, waar hun vader zich na zijn schijndood schuilhoudt, om hun erfenis op te eisen.