Op de geautoriseerde website van Miep Gies, die samen met anderen Otto Frank hielp zijn gezin te verbergen in het Achterhuis, staat een foto van Gies en haar man Jan gemaakt in de jaren tachtig. Het al oudere echtpaar zit dicht tegen elkaar aan op hun blauwe bank in hun huis in Amsterdam. Op de salontafel staan melkbekers uit het Boerenbontservies en een schaal met witte, zachte bolletjes.
Een ‘heel gewone en voorzichtige vrouw en zeker geen genie of waaghals’, zo omschrijft Gies zichzelf elders op de website. Dat ze met gevaar voor eigen leven de Franks en nog vier andere mensen twee jaar lang uit handen van de nazi’s hield, was iets dat ze deed gewoon omdat ‘het nodig was’.
Gies, die in 2010 op honderdjarige leeftijd overleed, werd wereldberoemd als de vrouw die de onderduikers in het Achterhuis hielp en het dagboek van de jongste onderduiker, Anne Frank, veiligstelde na de inval. Gies reisde vervolgens jarenlang de wereld over om Franks woorden van tolerantie en begrip met zoveel mogelijk mensen, met name schoolkinderen, te delen. Maar, benadrukte ze altijd aan het einde van haar lezingen, ze was zelf geen held en wilde ook niet zo genoemd worden. ‘Niemand moet ooit het gevoel hebben dat je speciaal moet zijn om anderen te helpen. Ook een simpele secretaresse, huisvrouw of tiener kan een klein licht in een donkere kamer aandoen.’