De eerste aflevering van Asura, de tweede Netflixserie van de Japanse regisseur Hirokazu Kore-eda (The Makanai), begint met een bom. Een figuurlijke weliswaar, maar toch. Bibliothecaris Taikoko (Yu Aoi) roept in het Tokio van 1979 haar drie zussen Tsunako (Rie Miyazawa), Makiko (Machiko Ono) en Sakiko (Suzu Hirose) bijeen, omdat ze iets belangrijks te vertellen heeft. Haar zussen speculeren nog dat de alleenstaande Taikoko misschien ‘eindelijk een man heeft gevonden’, maar de boodschap blijkt een stuk complexer. Taikoko heeft hun zeventigjarige vader op straat zien lopen met een andere vrouw dan hun moeder, en ook nog met een kind dat hem ‘papa’ noemde. Taikoko heeft zelfs een privédetective ingeschakeld, en zijn conclusie is helder: hun vader heeft een affaire.
In een minder drama had zo’n onthulling vermoedelijk snel tot de nodige explosie van emoties geleid, maar in de werelden van Kore-eda gaat zoiets veel geleidelijker en subtieler. Zijn films en series zijn vaker een stoofpot op de pruttelstand, dan een snelkookpan waarin het water binnen mum van tijd over de randen klotst.