Een geslaagde horrorserie maken, is bepaald geen sinecure. Op televisie gelden nu eenmaal andere wetten dan in de bioscoop: in series is het doorgaans veel lastiger om een spanningsboog of naargeestige sfeer vast te houden dan in een speelfilm. Wie dit wél kan, is regisseur en schrijver Mike Flanagan, die met The Haunting of Hill House, The Haunting of Bly Manor en Midnight Mass een heel eigen genre creëerde van miniseries die een perfecte mix vormen van spookhuisvermaak, geestverhalen, melodrama en een flinke dosis morbide humor. Vooral Midnight Mass – over een religieuze gemeenschap die langzaam ten prooi valt aan bovennatuurlijke invloeden – is nog altijd een van de beste producties uit de Netflix-geschiedenis.
Daarom waren de verwachtingen voor zijn nieuwe achtdelige miniserie The Fall of the House of Usher hooggespannen. Flanagan liet zich ditmaal inspireren door de klassieke werken van schrijver Edgar Allan Poe, maar de serie lijkt tegelijkertijd ook een bloederig antwoord op Succession. Centraal staat het verhaal over de opkomst en ondergang van de familie Usher, die een fortuin vergaarde met de verkoop van dubieuze medicijnen (een vergelijking met de Sacklers, verantwoordelijk voor de opiatencrisis, is snel gemaakt).