Wat gebeurt er als je een groep hitsige, ongelukkige en verwende mensen opsluit in een huis omdat er buiten een levensbedreigende ziekte rondwaart? Oké, met de coronapandemie nog vers in het geheugen hoeven we niet heel lang te fantaseren over wat er dan precies kan gebeuren, maar in het Florence van 1348 was de situatie nog net een tandje erger. In die tijd vaagt de pestepidemie minstens de helft van de bevolking weg, en gaan alle goede zeden en moraal van de overlevenden gaandeweg overboord.
Dat geldt zeker voor de groep hoofdrolspelers in de achtdelige Netflixserie The Decameron, die heel losjes is gebaseerd op de middeleeuwse verhalenklassieker Decamerone van Giovanni Boccaccio (een verhalenbundel over de evenmin zedelijke uitspattingen van een groep jonge edelen die zich tijdens de pestepidemie afzonderen in een villa op het platteland).
De serieversie kiest voor eenzelfde soort raamwerk: een groep verwende edelen uit Florence, vaak vergezeld door hun arme bedienden, wordt uitgenodigd in een plattelandsvilla waar de pest (op dat moment) nog ver weg is. Wat volgt, is een extravagante lockdown vol seks, afgunst en eigen agenda’s, waarbij de horror uit de ‘echte wereld’ steeds dichterbij komt.