In de nieuwe Netflixserie Eric speelt Benedict Cumberbatch een poppenspeler die een trauma met zich meedraagt, in de vorm van een harig, blauw monster. De originele serie is mooi gemaakt, maar wil net wat te veel vertellen in de zes afleveringen.

De poppenspeler staat ineens in de belangstelling in de popcultuur. Zo staat Ron Howards Jim Henson Idea Man, een documentaire over de man die de Muppets creëerde, vanaf 31 mei op Disney+. En ook de nieuwe miniserie Eric, door Netflix omschreven als ‘een emotionele thriller’, gaat over een poppenspeler. Dankzij zijn baard en reputatie als genie lijkt deze Vincent Anderson duidelijk gebaseerd op Jim Henson. Bovendien is de zeer populaire kinderserie die hij heeft bedacht, Good Day Sunshine, min of meer Sesamstraat, alleen speelt hij zich niet in een straat af, maar in een park.

Toch is er één groot verschil tussen Henson en de fictieve Anderson. In Howards documentaire merkt iemand op dat Hensons innerlijke leven vast ‘moest glinsteren’, gezien de creatieve en speelse ideeën die de man had. Dat kan niet gezegd worden van de man die Benedict Cumberbatch in Eric neerzet. Andersons innerlijke wereld is eerder gehuld in duisternis dan in glinsteringen. Hij verdrinkt zichzelf in glazen rode wijn en ruziet constant met zijn vrouw Cassie (Gaby Hoffman).

Tijdens een van deze slaande ruzies besluit hun negenjarige zoontje Edgar (Ivan Howe) dat hij niet wil wachten tot zijn vader en moeder klaar zijn met schreeuwen. Hij rent langs zijn ouders de trap af en loopt alleen naar school. Ergens onderweg, in de vijf blokken die hij moet afleggen in het New York van de jaren tachtig, verdwijnt Edgar spoorloos.

Benedict Cumberbatch als Vincent Anderson en Ivan Howe als Edgar Anderson

Anderson wordt vervolgens verteerd door schuldgevoel. Hij besluit dat er maar één manier is om Edgar terug te krijgen. Hij moet de pop maken die zijn zoon had bedacht voor Good Day Sunshine: ‘Eric, het monster dat onder je bed woont’. Door Eric te maken en op tv te krijgen, zo redeneert Anderson, zal Edgar besluiten om naar huis te komen.

Eric wordt zo’n obsessie voor Anderson dat hij het blauwe, harige monster ook letterlijk met zich mee gaat nemen. Waar Anderson gaat, loopt Eric naast hem en voorziet zijn leven met zijn donkere stem van snoeihard commentaar. Hoe luidruchtiger het monster wordt, hoe slechter het met Anderson gaat, begrijpen we als kijkers.

Het is een intrigerend, origineel uitgangspunt. Alleen volgt de serie nog zo veel andere verhaallijnen, dat het monster dat zijn naam aan de serie leent bijna bijzaak wordt. Toch is Eric geen slechte serie. Ja, het verhaal is overvol en schuwt de clichés over het New York van de jaren tachtig niet. Maar de vervuilde straten zien er wel authentiek uit. De soundtrack staat vol oude hits. En ook het acteerwerk is overtuigend, met een intense Cumberbatch voorop. Wanneer de puzzel na zes lange afleveringen is gelegd, blijf je als kijker dan ook redelijk tevreden achter.

Eric

Eric is te zien op Netflix.

serietips in je mailbox?

elke dinsdag