‘Denk je echt dat je een held bent die de wereld kan veranderen?’ Het is drie jaar nadat Seong Gi-hun (Lee Jung-jae) zijn leven heeft geriskeerd in een wedstrijd waarin 456 deelnemers streden om een prijzenpot van 45,6 miljard Zuid-Koreaanse won. De wedstrijd werd aan de gokverslaafde Seong Gi-hun gepresenteerd als een kans om voorgoed uit de schulden te raken, maar in werkelijkheid ging het om een reeks dodelijke kinderspelletjes: de verliezers werden genadeloos geliquideerd. Seong Gi-hun hield – met veel pijn en moeite – vol tot het einde en kwam als winnaar uit de bus.
Bij aanvang van het tweede seizoen van Squid Game is Seong Gi-hun dus drie jaar ouder en miljarden wons rijker, maar rust heeft hij nog altijd niet gevonden. Het knaagt aan hem, want wie zijn die vreselijke sadisten die hem en de andere deelnemers onderwierpen aan dit extreem naargeestige spel? Hij moet en zal weten wie het brein is. En dus spendeert Seong Gi-hun een vermogen om de mensen achter het spel op te sporen, maar telkens stuit hij op een muur van geheimzinnigheid.
Totdat de spelleider hem een optie aanreikt: als hij echt wilt weten hoe het zit dan zal hij nog een keer mee moeten doen. Nu zouden de meeste mensen ervoor bedanken om nogmaals deel te nemen aan een wedstrijd die honderden spelers de kop kostte, maar Seong Gi-hun kan zijn leven pas weer oppakken als hij de waarheid achterhaald heeft. Hij moet en zal de ‘held’ zijn die de wereld verandert door definitief een einde te maken aan die beestachtige competitie en ondertussen ook de nieuwe spelers – wederom mensen die diep in de financiële problemen zitten – te behoeden voor de dood.