‘Hitler zat fout toen hij genade toonde. Hij spaarde mensen terwijl ze dat niet verdienden. Wij moeten over lijken gaan. We moeten vechten. De witte man staat aan de top van de beschaving.’
Aan het woord is een van de kopstukken van National Action, een extreemrechtse groepering die Groot-Brittannië wil ‘zuiveren’ en terug wil naar – de illusie van – het ‘witte’ verleden. De extremisten opereerden lange tijd in de marge, maar dreigen in 2016 vleugels te krijgen na de moord op parlementslid Jo Cox, die op de stoep van haar kantoor wordt vermoord door een man die ‘This is for Britain’ en ‘Put Britain first’ roept. De opruiende woorden van extreemrechtse groeperingen bleken daarmee wel degelijk gevolgen te kunnen hebben.
De op ware gebeurtenissen gebaseerde Britse serie The Walk-In windt er dan ook geen doekjes om: groeperingen als National Action zijn levensgevaarlijk voor het functioneren van de rechtsstaat. Als iemand dat kan weten, is het activist Matthew Collins (de altijd voortreffelijke Stephen Graham), die op jonge leeftijd zelf meevocht in een extreemrechtse groepering, maar zijn leven ruim twintig jaar later heeft gebeterd. Via de antiracistische en antifascistische beweging Hope Not Hate probeert hij de wind uit de zeilen van groepen als National Action te halen door gevoelige informatie te openbaren.