Ook in het tweede seizoen blijft The Capture een serie die flink wat inbeeldingsvermogen vergt, waarmee je je toch kostelijk vermaakt. Neem alleen al de eerste paar minuten van de eerste aflevering: een man - een Chinese dissident zo leren we later - komt thuis in zijn appartement in Londen. Terwijl hij een yoghurtje uit de koelkast pakt, kijkt hij naar de livebeelden van de bewakingscamera’s die hij op iedere centimeter van de openbare ruimtes van zijn flatgebouw heeft gericht, en ziet dan iets dat hem zichtbaar van slag maakt.
En dan zien wij het ook: op de zwart-witbeelden van de bewakingscamera’s gaan de automatische deuren bij de ingang van het gebouw open, alleen is er geen mens te bekennen. Vervolgens wordt er op de knoppen naar de lift gedrukt, wederom zonder dat er een levend wezen te zien is. Dan gaan de lampen met bewegingssensoren in de gang naar zijn voordeur een voor een aan, alsof er iemand loopt, maar er is niemand. Wat is er aan de hand? Wie komt eraan? We hebben geen idee. De man wel. En hij is doodsbang.